De jongen die zijn moeder verloor

Ties (10) heeft het moeilijk. Hij zit niet lekker in zijn vel en de laatste tijd zegt hij steeds vaker: “Ik voel me eenzaam.” Het lukt hem niet om speelafspraken te maken en in vriendschappen wordt hij vaak teleurgesteld. Daardoor probeert hij het maar niet meer. “Ik kan maar beter geen vrienden hebben dan weer teleurgesteld te raken.”

In zijn jonge leven heeft Ties al best veel meegemaakt. Hij is te vroeg geboren, heeft ADHD én dyslexie en vier jaar geleden is zijn moeder overleden. Zijn vader heeft een nieuwe vriendin met wie Ties het goed kan vinden. Vanaf het begin hadden zij een goede klik, maar hij is bang dat zij ook weer uit zijn leven zal verdwijnen.

De vader van Ties klopt bij De Kinderpraktijk Soest aan omdat hij signaleert dat er iets misgaat. De laatste tijd zijn er steeds vaker incidenten waarbij Ties agressief reageert, terwijl dat niet in zijn aard ligt. Zijn reacties worden steeds heftiger, alsof de emmer overloopt en dit nog de enige manier is waarop hij zijn frustraties kan uiten.

“Hoe wil je je niet meer voelen?”, vraag ik aan Ties als hij tegenover mij zit. “Eenzaam en boos.” “En hoe wil je je graag voelen?” “Gelukkig, blij en bevriend.” Met deze woorden maken we een zin, die als doel zal dienen voor deze sessie. “Ik voel mij gelukkig en blij en ik ben bevriend met mensen die mij leuk vinden.”

Mensen niet vertrouwen (omdat ze zomaar uit je leven kunnen verdwijnen)
Wanneer we de bagage  van Ties – datgene wat hem belemmert – in kaart brengen, blijkt er een belemmerende overtuiging te zijn die voor problemen zorgt: “Mensen zijn niet te vertrouwen.” Een conclusie die hij onbewust heeft getrokken en die hem nu parten speelt. Geen wonder, als je moeder is overleden en vrienden je zomaar in de steek laten.

Er zijn nog 4 dingen die hem dwarszitten: niet beantwoorde vriendschap, het gevoel razend te zijn, niet lekker in zijn vel en “laat maar zitten”. Wanneer ik deze woorden met elkaar wil verbinden zodat er een logisch verhaal ontstaat, duikt er een Dwarsligger op. Dit is een deel van Ties dat de boel in de war schopt. Wanneer we met dit deel in gesprek gaan, blijkt het niet één, maar drie delen te zijn die ervoor zorgen dat hij zijn doel niet bereikt.

Anderen wegduwen (terwijl je juist liefde wilt ontvangen)
Deze delen van Ties zijn boos omdat het leven voor hem zo zwaar is. Daarnaast zijn ze bang om niet goed genoeg te zijn en om alleen over te blijven. Ik ben benieuwd: wat doen deze delen, waar Ties nu last van heeft? Zij zorgen ervoor dat Ties afhaakt (laat maar zitten) en dat hij van zich af gaat slaan. Dit doen ze om hem te beschermen maar dat werkt averechts, want doordoor stoot hij andere kinderen af, terwijl hij juist behoefte heeft aan een goede vriend.

Gelukkig zijn er ook andere manieren om Ties te beschermen. Samen bedenken wij nieuwe taken voor deze 3 delen. Zij gaan Ties helpen om open te staan voor vriendschap en het vertrouwen te hebben dat het goed komt. Daarnaast mogen zij Ties helpen om zichzelf te zijn en van daaruit op een rustige manier contact te maken met andere kinderen. Bij een nieuwe taak hoort ook een nieuwe naam. Ties noemt deze delen zijn 3 Dienaren.

Een maand gaat voorbij en dan ontvang ik een mailtje van de vader van Ties. “We zien mooie ontwikkelingen bij hem. De laatste weken heeft hij veel gespeeld en zijn er regelmatig kinderen aan de deur geweest om te vragen of hij mee kwam doen.

Het spelen zelf gaat ook goed. Hij is meer in overleg met de andere kinderen en we hoeven minder te sturen. Laatst is hij naar een feestje geweest waar maar 3 andere jongens waren uitgenodigd. Dat geeft wel aan dat hij goed in de groep ligt. Het gaat dus zeker de goede kant op.”